Er zijn managers die zich er dood aan ergeren, maar ik geniet ervan. Mopperende medewerkers, heerlijk.
Klagen en mokken, je kunt het letterlijk nemen en dan heb je het niet gezellig als baas. Ik kijk er heel anders tegenaan. Het gemonkel van werknemers - knechtenkwaak noem ik het altijd - is juist een teken van verbondenheid met het bedrijf of zelfs met jou als baas. Wie zich opwindt, is betrokken. Ik zou zeggen, incasseer dit. Veel erger is het als je geen gekwaak meer hoort. Dan heeft men zich afgewend en gelooft men het verder wel.
Hullie en zullie
Trouwens, hoe vaak hoor ik managers niet zeuren over ‘hun’ mensen. Te laat, te veel, te weinig, kritiek alom. Ze (= de medewerkers) begrijpen niet hoe moeilijk het bedrijf het heeft of hoe lastig de concurrentie is. En dat jij dag en nacht werkt, je in bochten wringt om hun leven draaglijk te maken, dat jij de klappen opvangt en meer van dit soort zelfbeklag.
Heerlijk, echt heerlijk. Niets is prettiger dan een potje mopperen en op je voorhoofd wijzen. Hullie zijn gek en zullie ook en ik dus niet!
Sommige managers die teveel op cursus zijn geweest, denken dat ze in dit geklaag de stem van de gekwelde medemens horen, die dreigt te bezwijken onder het gewicht van het verdorven bedrijfsklimaat. Dat is natuurlijk nog grappiger, want geen moment zien zij zichzelf als onderdeel van het veronderstelde probleem. Nee, zij zijn zuiver, want ze hebben de boodschap begrepen. Hier ben ik! Onzin. Wie meent dat ‘ie in het huis-, tuin- en keukengemok de reden vindt voor – daar hebben we het C-woord weer – een cultuurverandering, zit ernaast. Dat vraagt iets meer diepgang en feeling, dan het letterlijk nemen van het gesnater op de werkvloer.
Achtergrondmuziek
Kortom, knechtenkwaak is niets anders dan de achtergrondmuziek in elke organisatie. Om de dames en heren leidinggevenden wat steun te geven, noem ik hier wat melodietjes. Hoeven ze niet meer te schrikken.
Ik zou zeggen, werk-ze.
Paul Verburgt